Nagenieten...
 
 Naar het Vlaams Parlement en de Plantentuin in Meise
 

Op 6 mei waren we te gast in het

Vlaams Parlement &

de Plantentuin te Meise.


 

Liesbeth Van De Wielle was erbij en schreef een uitgebreid verslag.
Een fotoselectie vind je onder de tekst.

Aan het Zandbergplein te Zele staat de autocar van “De Boeck Tours” klaar om 8.30 uur.
30 deelnemers rijden naar Brussel waar we aankomen rond 9.40 uur. De chauffeur zet ons af aan het bezoekerscentrum van het Vlaamse Parlement. We zijn blijkbaar goed op tijd, want de portier van dienst laat ons nog een kwartiertje op de stoep wachten.  Met enige vertraging worden we welkom geheten door Koen Daniëls (Volksvertegenwoordiger, Vlaams Parlementslid voor N-VA, onderwijsspecialist, zetelend in 3 commissies nl. Onderwijs, Welzijn, Mobiliteit.

Van de inkom uit passeren we de lokettenzaal en via trap/lift gaan we naar de 1ste verdieping ‘Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordiging’ met een politieke en administratieve vleugel met daarin telkens 1 medewerker per volksvertegenwoordiger. We bemerken ook het vele glas (transparantie van bestuur) o.a. een koepel met verschillende driehoeken (802 stuks) en talrijke kunstwerken.

We gaan naar het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordiging via trappen/oude liften Hier treffen we aan oude lift aan volgens de paternostermethode: een systeem zonder deuren dat traag doorloopt en waar men op het juiste moment instapt. Deze lift werkt nog maar is voor personen niet meer toegankelijk. We bezoeken de zaal voor het congres  genaamd “De Schelp”, de binnenplaats van het vroegere koetsgebouw, de zuilenzaal, de commissiezaal voor debatten waar de spreektijden onbeperkt zijn, maar waar geen journalisten zijn toegelaten.
In ’t midden zit de voorzitter, links de secretaris, rechts de minister, daarnaast 1 of 2 kabinetsmedewerkers. Decreten worden hier gestemd, de minister beantwoordt vragen van volksvertegenwoordigers. In de fractievergadering van de eigen partij kan men een amendement indienen voor het parlement. Bij alle debatten mag 1 persoon per partij spreken.

Als steun aan de Vlaamse kunstenaars worden kunstwerken aangekocht. We treffen ze overal in het gebouw aan. Bij enkele treffende werken geeft Koen Daniëls enige bijzondere toelichting. In de ronde commissiezaal “Quinten Metsijszaal” mag men elke dag komen luisteren maar men gedraagt zich neutraal!
De felgroene neonverlichting ‘Love yourself so you can love somebody else’ van installatiekunstenares Liliane Vertessen: door de  zelfportretten in de ruimere context van een  driedimensionale installatie te presenteren integreert de kunstenares heel de commissiezaal in het kunstwerk.
In de gang ‘Brandt, 2011’ van Sofie Muller is een levensgrote sculptuur van een jongetje dat schurkt met zijn door jeugdtrauma’s verkoolde hoofdje tegen de muur aan. Brandts hoofd wordt zo langzaam één met de muur. Hij probeert zijn verleden uit te wissen, maar laat toch een schrijnend beeld na dat op je netvlies blijft branden.
In de “Rik Wouterszaal” worden de officiële delegaties ontvangen.
De Bureauzaal voor de praktische werking van het Parlement: alle fracties vertegenwoordigd in het belang van alles, gaan regeringsonderhandelingen door.
De Parlementsvoorzitter heeft als taak de ambassadeurs ontvangen, het Parlement runnen, overleg met regering en andere parlementen, mensen ontvangen.

Bijzonders beelden.
‘Vlaanderen in de wereld’ is een kunstwerk van Hugo Duchateau. De kleine hoorn stelt Vlaanderen voor, de grote hoorn de hele wereld die Vlaanderen omringt. De naar elkaar gerichte muziekinstrumenten vormen een pleidooi voor communicatie tussen Vlaanderen en de rest van de wereld. De keuze van de diersoorten is allerminst toevallig. In de natuur zijn giraffen en neushoorns vaak de gastheren van de kleine vogeltjes, die de parasieten uit hun dikke huid wegpikken. De boodschap is duidelijk: Vlaanderen mag zichzelf niet te klein en onbeduidend vinden om nuttig te zijn in de grote wereld.
Op 1 ½ verdieping lager is de leeszaal “Anna Bijnszaal” van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Ze vinden er kranten en tijdschriften en volgen er de berichten van het persagentschap Belga.   “Spreken, 1998” van Berlinde De Bruyckere, kunstwerk  aangekocht n.a.v. 50 jaar vrouwenstemrecht dat in 1948 ontstond. De foto toont twee naar elkaar gebogen vrouwen, verborgen onder dekens: een verwijzing naar de onmondigheid van veel vrouwen overal in de wereld. Niet alleen bieden de dekens onvoldoende bescherming, ze werken mee aan de verdrukking. De vrouwen zitten als het ware gevangen; zowel hun waarneming als hun adem wordt afgesneden. Ze blijven verstoken van het prachtige landschap dat hen omringt. In de plenaire zaal zetelt het Parlement. De regering met de ministers kijken toe naar de vergadering. In het midden de voorzitter en links en rechts een secretaris. Een spreekgestoelte met een minister rechts en een parlementslid links.

Fracties met een fractieleider vooraan, de parlementsleden zitten van voor naar achteren, volgens belangrijkheid: 124 stoelen + 5 extra omdat Vlaanderen groeit. Een sprekerslijst met wie wat zegt. Per zit zijn er stemknoppen.
In de regering zetelt altijd iemand van Brussel: nu is dat Benjamin Dalle van CD&V (minister van Brussel, Jeugd en Media en Armoedebestrijding). Als we omhoog kijken zien we glazen bakjes: voor de perslui. Achteraan kan het publiek plaats nemen.

Het einde van deze zeer interessante rondleiding was 12.30 uur en onze verantwoordelijke voor de jaarlijkse cultuuruitstap, Albert Van Eetvelde, bedankte Koen Daniëls met een mooie doos fijne pralines van de speciaalzaak Goût Fou uit Zele.

Om 12.50 uur zit iedereen terug op de bus en we rijden via de Ring richting Grimbergen voor het middagmaal in het restaurant “Fenikshof” gelegen naast de Volkssterrenwacht MIRA.

Rond 15.20 uur vertrekken we voor een korte rit van 10 minuten naar de Plantentuin van Meise, waar 2 gidsen ons opwachten. Onze gids Luc verwelkomt ons. Hij start de wandeling en vertelt ondertussen over het ontstaan van de tuin onder het Franse bewind in 1797. Ieder departement in Frankrijk had een botanische tuin. Dus zo ook in Brussel dat toen de hoofdstad was van het Dijle departement. Na Napoleon en de Nederlandse overheersing moest men een groen terrein hebben dat groot genoeg was en verhuisde de tuin van Brussel naar Meise. De beheerder is de Vlaamse Overheid en de Nationale plantentuin wordt in 2014 de plantentuin van Meise,. De plantentuin is maar liefst 92 hectare groot met 10.000 verschillende soorten planten (mooie en ook verwilderde) en al meer dan 200 jaar oud. Ook de 202 jaar oude Oranjerie behoort  erbij.
Planten en mensen horen samen, zijn er altijd geweest. Vroegere kloostertuinen, Middeleeuwse tuinen, kasteeltuinen waar bepaalde planten en bloemen geteeld werden. Planten, bomen en ook medicatie uit plantengewassen. Het gras wordt pas afgemaaid als de paasbloemen en het daslook afgestorven zijn.
Aan de ingang staat een Judasboom. De legende gaat als volgt: dat Judas na zijn verraad aan Jezus zich aan die bepaalde boom verhing (?!).
Verder stappend zien we het Kasteel van Bouchout uit de 12de eeuw , toebehorend aan Ridder de Bouchout, origineel een waterburcht met een ophaalbrug en daken. Later bewoond door Keizerin Charlotte (dochter van Leopold I en zus van Leopold II). Zij was getrouwd met Maximiliaan van Oostenrijk die keizer werd van Mexico, maar daar geëxecuteerd in 1867. Charlotte kwam daardoor terug naar België en na haar dood werd het domein verkocht aan de Belgische staat (1830).  De beek was ten tijde van Hitler in de oorlog een natuurlijke scheidingslijn. Geen bombardementen, want de Duitse officieren zaten in het kasteel.

De gids geeft uitleg bij de haagbeuk en vertelt  dat als die blijft groeien een boom wordt i.p.v. de ons meer gekende haag. We passeren een kapel gewijd aan de H. Antonius met de witte lelie en is historisch beschermd. Er staan in totaal 56 beschermde, historische gebouwen en monumenten.
De Grimbergse dreef met beuken en zicht op de ‘kathedraal van Grimbergen’. Ook vogels verblijven hier van de expo 1958 toen de kooien van de parkieten erna werden opengezet, maar ze bleven hier!

Hieronder enkele voorbeelden uit het waanzinnig grote arboretum van de plantentuin.
De watercipres in 1956 uit China geïmporteer: groeit goed, lange levensduur, geen last van schimmels, wel van eekhoorns (aan de bast),.de moerascipres met pneumatofora op de wortels (ademhalingsstelsel), helleborussen, rhododendron (mollis, japonica), cornus arum italicum (stinkende aronskelk, kleine soort), paardenkastanje, klein hoefblad (Tissulago farfara), look zonder look.

Het waterpeil in de vijver van Bouchout verschilt met het waterpeil in de vijver van Meise die kunstmatig werd aangebracht met een dam en sluis. We zien een nijlgansfamilie met wel 10 kleintjes. De eilandentuin: moderne romantiek is een archipel met bomen gerealiseerd in 2022; een 10-jarig project met wandelpad van 0,5 km.

Bij het einde van de rondleiding bevindt zich het pachthofgebouw met in het midden van de open ruimte een paardenkastanje waar men rondom kan picknicken tussen de kuipplanten die buiten gezet worden voor de toeristen.
Om 17.30 uur neemt de gids afscheid en hoopt ons wat nieuwigheden bijgebracht te hebben!
Even het winkeltje in en dan terug op de bus. Rond 18.40 uur laatste stopplaats op het Zandbergplein.

Van een zeer gevulde en geslaagde dag genoten!

Welgemeende dank aan bestuur Gezinsbond Zele


Woorden zeggen veel,

maar beelden spreken des te meer.

 

 Nagenieten...
 
 Brouwerij Dilewyns
 

 

 Nagenieten...
 
 Oostende anders bekeken
 

 

 Nagenieten...
 
 Puzzelkampioenschap
 

 

 Nagenieten...
 
 Een vertelling met 'Lichtbeelden'... Agnes was er bij en genoot.
   

Een avond vol nostalgie met Dirk Musschoot

Dirk Musschoot  kwam ons op een aangename en boeiende wijze vertellen over de sleutelmomenten in de gezinsgeschiedenis van de voorbije 100 jaar. We dachten samen met hem na over de definitie van ‘een gezin’. 100 jaar geleden verschilde deze sterk met de definitie die we daar vandaag, door de vele samenlevingsvormen, aan kunnen geven.

Hij katapulteerde ons ook naar onze jeugdjaren met verhalen, anekdotes en foto’s van auto’s (met een bank vooraan), de eerste TV toestellen, de pick-up (zonder vol automatische arm), de eerste potjes ven Tupperware, expo ’58, de zegeltjes van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen, de kartonnen valiezen van de CM … Kortom we voelden ons weer even dat jongetje of meisje van jaren geleden, ’Toen Geluk nog heel gewoon was’.

Voor wie er niet bij was, raad ik aan zijn boek eens te doorbladeren. Ik weet zeker dat er een glimlach zal verschijnen.

Agnes Kesteleyn